zaterdag 2 juni 2012

Rabarberjam



Zorg voor brandschone potten en zet een klein bordje in de koelkast voor de stollingsproef.
Zo maakte ik het:

2 kilo rabarber, gewassen en in stukjes gesneden (1,5 cm)
1 zoete appel, geschild en in kleine stukjes
1 eetlepel geraspte citroenschil en sap van een halve citroen
1200 g suiker
2 zakjes marmello (nr. 2)
een scheutje rode port

Zet de rabarber, appel, citroensap en -rasp op met een glas water.
Breng langzaam aan de kook, regelmatig roeren, rabarber wil gauw aanbranden. Als de rabarber zacht is suiker en marmello toevoegen en weer al roerende aan de kook brengen.


Als de jam inmiddels ook tijdens het roeren blijft borrelen, een kleine hoeveeheid op het koude bordje scheppen. Wacht heel even, hou het bordje schuin, als de jam niet meer vloeit is het klaar, anders nog even door laten koken en proef herhalen.

De jam in de potten scheppen, deksels erop draaien en potten op de kop zetten. Na tien minuten weer omkeren en testen of de deksels niet meer ingedrukt kunnen worden. (Is dat wel zo, deze dan in de koelkast bewaren en eerst opmaken).


In de meeste recepten wordt vaakl 1 kilo suiker op 1 kilo fruit gebruikt, dan is het meer dan een jaar houdbaar.
Ik gebruik altijd minder suiker en gebruik het voor de zekerheid binnen een half jaar. Het is misschien wel langer houdbaar, maar zolang staan de potten hier toch niet.


Voor mijn doen heb ik nu ook vrij veel suiker gebruikt, 600 g op 1 kilo rabarber, te zoete jam vind ik niet lekker, maar te zuur ook niet.
De citroen heb ik gebruikt als tegenhanger voor de grote hoeveelheid suiker en ik heb ergens eens gelezen dat het voor een mooiere kleur zorgt.
Dat scheutje port was een spontane ingeving.


We vinden hem wel lekker zoet, maar je proeft ook nog een beetje zuur.
Van deze hoeveelheid rabarber heb ik 7 grote potten, 2 kleine en drie minipotjes.