zaterdag 14 juni 2014

Familie Koolwit (1)

Via de Vlinderstichting heb ik een koolwitjespakket (Pieris brassicae) aangeschaft. Een vriendin had dat al eens gedaan en tipte me. Zij had ook nog bakjes te leen.

Het is eigenlijk bedoeld voor in de klas met schoolkinderen, maar ik vond het zo'n leuk idee dat ik zelf wilde ervaren. Het pakket kost bijna 30 euro, je steunt de Vlinderstiching en wat heb je er een leerzaam plezier van! 


Donderdag 5 juni kwam het met de post. Drie levensfasen van de vlinder in een dikke envelop. Een blaadje met minuscule eitjes, een bakje met rupsjes, ongeveer 27 en een bakje met 5 poppen. Plus een vlinderdagboek met info en om alles bij te houden. Dat kan ook via internet.

Ik loop naar de Natuurwinkel en zie in eerste instantie tot mijn schrik geen kool liggen. Die tijd is eigenlijk voorbij. Dit is de enig plek waar ik in mijn buurt biologische groente kan kopen. Een reguliere kool is natuurlijk bespoten tegen rupsen, dat zal ik ze maar niet te eten geven.
Gelukkig zie ik opeens spitskool liggen, daar doen we wel een tijdje mee denk ik.

Ik tel ongeveer 27 rupsen. Keukenpapier op de bodem, blaadjes spitskool en de rupsjes erbij. De vijf poppen gaan in een grote glazen vaas en de ongeveer 30 eitjes in een klein bakje.
De rupsen eten grote hoeveelheden en poepen dat bijna direct weer uit.


Het schoonmaken gaat als volgt: Het keukenpapier wordt in z'n geheel opgetild en de bak wordt schoongeveegd. Nieuw keukenpapier op de bodem en verse blaadjes spitskool. De rupsjes die nog op een oud stukje kool zitten verhuizen zo weer terug, nadat de poepjes eraf geveegd zijn. Ze kruipen dan vanzelf naar een vers blaadje.
De rupsen die op het vieze keukenpapier zitten worden verhuisd met een penseeltje en een lepel. Voorzichtig veeg ik ze met de penseel op de lepel. Sommige protesteren en krullen op, andere verzetten zich en spinnen gelijk een draadje zodat ze vastblijven op de ondergrond. Maar ik word er steeds handiger in om ze zo rustig mogelijk in hun schone bakje terug te leggen. Je mag ze niet met je vingers pakken, ze zijn te kwetsbaar, ze raken dan beschadigd of je knijpt ze dood.


9 juni
Wat een gepoep! Ze vreten en schijten dat het een lieve lust is. Waarschijnlijk is het bakje wat klein voor ongeveer 25 rupsen. Ik maak het vandaag drie keer schoon!
Er was een dood rupsje en er was een rups die i.p.v. een groen poepje, een rood poepje had. Wat zou dat betekenen? Is tie ziek?
Voor de zekerheid verhuis ik hem naar een eigen bakje voor als het iets besmettelijks is.
Inmiddels zijn de eitjes in het andere bakje ook uitgekomen, de piepkleine rupsjes zijn met moeite met een loep te zien.

10 juni
Grappig om te zien dat de poepjes dezelfde kleur hebben als de spitskool. Hoe meer binnenste blad, hoe lichter.
Ik pluk wat koolzaad en ze smullen ervan. De poepjes kleuren gelijk donkergroen. Sommige rupsen lusten ook de bloemen, dat geeft weer heldergele poepjes.


Ik zie om 17:00 uur in de poppenpot een bruinrood vlekje op de bodem en opeens zie ik een vlinder zitten!
Een meisje, ik zie vage vlekjes. Ze zit rustig op de tak en trilt zo nu en dan. Na twee uur begint ze onhandig te fladderen. Ik noem haar Annie.


Ze zal nog een nachtje moeten blijven, het regent steeds, hopelijk schijnt morgenochtend de zon, dan gaat ze de wijde wereld in.
Tegen achten is er weer een pop open gegaan, Bennie komt tevoorschijn!


11 juni
Vannacht zijn nog twee poppen uitgekomen, twee jongens, Cokkie en Dicky.
Ze kruipen op het takje.
Vanmorgen zaten ze met z'n viertjes tegen het afdekgaas. Ze willen eruit denk ik. Maar het is nog fris en er schijnt geen zon. Tussen de middag na m'n werk mogen ze vrij.

Om 12:00 uur Annie, Bennie, Cokkie en Dicky vrijgelaten. Annie vloog de kronkelwilg in, de jongens de Amorpha. Kort daarna vertrokken ze van het dakterras, uit het zicht. Annie kwam nog een keer terug, maakte fladderend een rondje op het dakterras en vertrok toen definitief.


12 juni
Er is nu nog 1 pop. Maar er gaan steeds meer rupsen op de zijwand zitten. Ze maken lichte spinseldraadjes. 
Door observatie kom ik erachter dat zodra de poepjes roodachtig kleuren, de rupsen bijna gaan verpoppen. De rups in de ziekenboeg was gewoon aan het verpoppen.
Ik ben wel blij als ze allemaal gaan verpoppen, dan is het meeste werk gedaan. Hopelijk zijn ze het eind van de week allemaal verpopt, we gaan een weekendje weg en dan hoeven ze niet meer gevoerd en schoongemaakt worden. 


De nieuwe rupsjes kunnen wel twee dagen met wat blaadjes spitskool. Hopelijk vind ik voor deze, of een gedeelte, pleegouders, want het zijn er wel veel.

De laatste pop is ook uitgekomen: Elly. Telkens als de vlinder uit de pop kruipt verschijnt er een rood vlekje op het keukenpapier. Vruchtwater!

Als ik mijn hand in de pot stop kruipt Elly erop, blijft even zitten en fladdert dan weg, over de daken.


13 juni
Nog zes rupsen eten traag van de blaadjes. De rest is al pop. Ze kruipen tegen de wand, laten nog een rood poepje vallen, worden iets korter en wat breder en veranderen dan langzaam in een pop. Er valt nog een klein donker droog stukje naar beneden, een laatste vervelling van het kopje, en dan zijn ze pop. Eerst nog groen, langzaam minder groenig, lichter. Erg mooi.


Het wachten is nu op de vlinders, van de kleine door mij verzorgde rupsjes die een week geleden kwamen logeren.

Door dit projectje ben ik mijn weerstand tegen rupsen helemaal kwijt. Natuurlijk zal een moestuinier niet blij zijn met rupsen van koolwitjes. Gelukkig hoeven ze geen gif meer te spuiten, er zijn inmiddels betere methoden zoals sluipwespen inzetten of gaas gebruiken. Maar de schrik slaat om m'n hart als ik hoor met hoeveel gemak mensen nog giftige zooi kopen, zelfs tegen ‘onkruid’ in de tuin. Of, nog verbijsterender, een kennis die gif spuit in de slaapkamer tegen muggen, want anders worden we gestoken ... Wat zou het zijn: domheid, naïviteit of onverschilligheid?

De nieuwe generatie rupsjes groeit goed, ze zijn inmiddels met het blote oog te zien. De cyclus begint weer overnieuw.
Fascinerend!

Deze eerste lichting van rups tot vlinder heeft me precies een hele biologische spitskool gekost. De koolwitjes leven niet lang, het enige wat ze nu moeten doen is zich voortplanten en ons in verwondering het nakijken geven.


Inmiddels is de jongste generatie rupsjes (zo'n 30 stuks) in hun reiswiegje onderweg naar hun nieuwe pleegmoeder:


Klik hier voor deel 2