zondag 7 december 2014

Kiemen kweken


Vandaag ga ik naar een workshop over kiemen kweken. Ik was al vaker geïnteresseerd, maar deed er niet zoveel mee. Ik koop natuurlijk wel eens taugé en vroeger ook wel alfalfa, dat supergezond schijnt te zijn, maar wat ik 'harig' in m'n mond vind. Verder kocht ik weleens mooie kleurtjes kiemen, vooral als decoratie op een gerecht.


Ik heb in 2011 een presentatie van Koppert Cress bijgewoond, en dacht toen al, daar moet ik eens meer mee doen. Maar het kwam er niet van.
Nu dus maar eens echt verdiepen in kiemen. Ik reis af naar Soest.

Kiemen kweken is eigenlijk een minimoestuin op je vensterbank. Je laat bepaalde zaden kiemen en je kunt vrij snel oogsten en eet ze dus in een heel vroeg stadium.
Het kan in een jampotje, maar je kunt ook allerlei soorten (mooie, aparte, dure) kiembakjes aanschaffen.

Microgroente, dat hoor je tegenwoordig ook vaker, is net zoiets. Alleen eet je dan niet alleen de gekiemde zaden, maar laat ze iets verder groeien, op keukenpapier, watten of zelfs zaaigrond.

Kiemen bevatten nutriënten (voedingsstoffen).
Zaden (granen, noten) bevatten anti-nutriënten, zoals bijvoorbeeld fytinezuur, dat is een stof die de plant gebruikt om zich te beschermen tegen vraat en plagen.  
Granen bevatten het meeste fytinezuur. Zoals tegenwoordig het gangbare brood wordt bereid ontstaat een enorme toename van fytinezuur. Een lange rijstijd (8 uur) van brooddeeg breekt fytinezuur af; zuurdesem breekt ook fytinezuur af, gist niet. Met googelen op anti-nutriënten kun je wel een avondje zoet zijn.  

Door het kiemen verdwijnen dus de anti-nutriënten en neemt de voedingswaarde toe. Als ik het allemaal goed begrepen heb.
Groot voordeel is dat kiemgroenten goedkoop, biologisch en verser dan vers zijn. En het is leuk om te doen! 
Volgens de uitgedeelde print van de power-point nemen anti-oxidanten toe, bijvoorbeeld 30 gram broccoli-kiemen bevatten evenveel als 600 gram broccoli!
Met de hoeveelheden graan die je nodig hebt om één dier te voeden, kun je twintig mensen via kiemen voeden, lees ik nog. Maar je hebt natuurlijk wel schoon water nodig.
Je kunt dus ongelofelijk veel met kiemen doen. In salades, smoothies, sapjes, op een crackertje, in de soep enz.enz. 
De kiemgroenten werden tijdens deze workshop in drie categorieën ingedeeld:
  1. Bonen, noten en peulvruchten (Kikkererwten, linzen, adzukibonen0
  2. Microgroenten/cressen (Alfalfa, broccoli, radijs, tuinkers)
  3. Kiemgroenten (zonnebloempitten, erwten en tarwegras)
Uit enthousiasme wil je wel alle soorten nemen, maar ik hield het bij drie zakjes voor en tientje: broccolizaad, omdat dat zo gezond is, china rose, omdat die kiemen zo mooi waren (ik denk een radijssoort) en de zonnebloempitten, omdat die de koningin onder de kiemen is en ongelofelijk lekker smaakt.



Zonnebloempitkiemen


We konden daar ook proeven, de kiemen, tarwegras (is lekkerder dan het klinkt, maar dan moet je weer een apparaat extra hebben) en lekkere boekweitcrackers (le pain des fleurs) met kiemen van radijs, du puy- linzen en berglinzen. 


Het was een inspirerende middag. Het theoriegedeelte werd gedaan door Juglen Zwaan en Suzanne Poot deed de praktische kant.
Ik heb weer veel opgestoken, en nu maar aan de slag thuis.